Het verst afgelegen plekje van de gemeente Hilversum is tevens het mooist denkbare plekje: sluis ’t Hemeltje tussen het Hilversums kanaal en de Vecht. Sluiswachter is Adri Goedemans. Hij geniet van zijn bijzondere werkplek en soms moet hij in de bres springen met een kapmes.
Drie ophaalbruggen
Sluis ’t Hemeltje kom je tegen op de weg naar Nederhorst den Berg en ligt ver buiten de gemeentelijke grenzen van Hilversum. Over de sluis liggen drie ophaalbruggen: één voor autoverkeer; één voor fietsers en bromfietsers en een klein loopbruggetje. ‘De sluis bedienen kan elke snotneus,’ lacht Adri wijzend op het bedieningspaneel. ‘Elke handeling is beveiligd. Als je de ene sluisdeur open zet, dan kun je de andere niet tegelijkertijd openen.’ Hetzelfde geldt voor de bruggen. Die gaan pas omhoog als de slagbomen naar beneden zijn. ‘Je moet natuurlijk wel even kijken of er niet net een auto aankomt met 70 km per uur’ – en daarmee raakt hij precies de kern van zijn dagelijks werk als sluiswachter. ‘Het gaat om alle dingen er omheen.’
Rekening houden
Met al die dingen doelt hij op het verkeer zowel over het water als over de weg waar hij rekening mee moet houden. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het onderhoud van de sluis en de grond er omheen. En verder is daar het contact dat hij heeft met de mensen die met hun bootjes door de sluis moeten. ‘Met mooi weer kan het druk zijn. Er zijn twee verhuurbedrijven van motorsloepen, die iedereen kan huren. Daarvoor heb je geen vaarbewijs nodig. Als die dan door de sluis moeten vergeten ze nog weleens om aan te leggen,’ vertelt Adri en grinnikt: ‘Dan gaan ze achterstevoren de sluis weer uit. Altijd lachen, want dan krijgen ze woorden met elkaar.’ Waarop hij er serieus aan toevoegt: ‘Als je in de sluis ligt met je boot heb je te maken met een niveauverschil van 90 tot 95 cm. Als de sluisdeur opengaat geeft dat een behoorlijk sterke stroom.’
Beneden NAP
Vanaf het sluiswachtershuisje is goed te zien hoe groot het niveauverschil is tussen de Vecht, met een niveau van -0,35 NAP en dat van het Hilversums kanaal op -1,21 NAP. Het is een grijze dag. Geen zon te bekennen. Toch komen er even later twee plezierjachten aanvaren, die tegelijk de sluis ingaan. Terwijl Adri kijkt of er geen verkeer aankomt, steekt hij alvast zijn hand op ten teken dat hij de boten gezien heeft en met het welbekende rinkelende alarm vallen eerst de bomen dicht en gaan dan de drie bruggen soepel en snel open. Dan drukt hij op de rinketschuif en schuift de sluisdeur langzaam open.
Penibel
Via de intercom geeft Adri aanwijzingen als dat nodig is. De beide plezierjachten leggen goed aan en houden de lijnen vast. ‘Daar let ik altijd goed op, dat ze hun boten niet vastleggen of er een knoop in leggen, want dan gaat het mis.’ Meestal is een opmerking door de microfoon voldoende om te voorkomen dat ze zich met boot en al ‘ophangen’ of onder water gaan, maar een enkele keer heeft Adri het te laat door. ‘Dan ren ik snel met een kapmes naar buiten en geef de booteigenaar het mes, zodat ze zichzelf kunnen los slaan.’ schetstNaderhand zijn de booteigenaren de sluiswachter maar wat dankbaar, dat-ie hen gered heeft. ‘Ik kan de sluisdeuren wel dichtdoen, maar er gaat veel te veel tijd verloren voordat de waterstroom stopt.’
Hulpdiensten
Een heel andere situatie waarin hij snel en adequaat moet handelen is het verlenen van de doorgang voor hulpdiensten zoals politie, brandweer en ambulance. ‘De afspraak is dat hulpdiensten er door moeten kunnen'. Via de intercom geeft hij aan het vaarverkeer aan dat ze moeten wachten, waarna hij de bruggen weer naar beneden laat. ‘Heel af en toe gebeurt dat.’
Werelds
Vanuit het sluiswachtershuisje heeft Adri een weids uitzicht over de hele omgeving. ‘Dit is toch werelds,’ zegt hij met een handgebaar rondom wijzend.Hij is nu voor het derde seizoen aan het werk op ’t Hemeltje. ‘Van maandag tot en met woensdag. Op donderdag ben ik op de werf aan de Mussenstraat met mijn collega’s. De dagen dat ik op de sluis zit, werk ik van 9 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds. De andere twee dagen wordt er een sluiswachter ingehuurd.’
Slepen met slangen
Hij is blij met zijn unieke baan als sluiswachter. Adri begon op zijn 45e bij de gemeente op een grote vacuümwagen voor putten en maakte ook afscheiders van olie en vet leeg. ‘Zwaar en specialistisch werk,’ vertelt hij. ‘Je bent altijd aan het slepen met slangen. ‘Toen een deel van de dienst overging naar SBS ben ik gevraagd voor het onderhoud van parkeermeters en toen kwam dit langs.’ Hij had wel even bedenktijd nodig voor hij ja zei, want hij is ’s avonds laat thuis, maar inmiddels is ook het thuisfront helemaal gewend aan zijn nieuwe werktijden. ’Ik ben opgegroeid in deze streek en fiets ’s ochtends op m’n gemak naar de sluis. Van hieruit kan ik bijna mijn huis zien liggen.’
Aalscholver
Het onderhoud van de sluisdeuren doet hij deels zelf; soms vraagt hij collega’s om te komen kijken als er een storing is. Daarnaast houdt hij het gras rondom de sluis kort. Op deze rustige ochtend passeren regelmatig fietsers. ‘Het is hier een knooppunt van fietsroutes.
Een andere dagelijkse passant is een aalscholver. ‘Die strijkt elke middag neer op de loopbrug. Als de brug open gaat loopt hij heen en weer te balanceren op de punt en gaat mee omhoog en weer naar beneden. Echt een prachtig gezicht.’
Geschiedenis
Op de vraag of hij iets weet van de geschiedenis van de sluis, moet sluiswachter Adri Goedemans het antwoord schuldig blijven. ‘Ik weet dat in 1921 het kanaal is gegraven en dat toen ook de sluis is gebouwd als doorgang voor het handelsverkeer naar Hilversum.’
Waarom deze sluis eigendom is van onze gemeente kan zijn teammanager Elsbeth van Heeze vertellen: ‘Er was in die tijd een bedrijvige vaarthandel waar Hilversum veel baat bij had, maar er was geen geld om een kanaal te graven. Provincie en rijk hebben toen subsidie verleend op voorwaarde dat de gemeente geen gelden mocht heffen.’ De tijden zijn veranderd. De handelsvaart heeft plaatsgemaakt voor pleziervaart. Elsbeth is nu aan het uitzoeken of de afspraak ongedaan kan worden gemaakt, want de sluis is een aardige kostenpost. ‘Hilversum heeft de sluis in eigendom gekregen op voorwaarde dat alle lusten en lasten door de gemeente worden gedragen. Hier was ook het Gooisch kanalencomité bij betrokken. Het zou fijn zijn als we gelden mogen heffen, dan kunnen we die kosten toch enigszins kunnen drukken,’ meent Elsbeth, ‘maar officiële papieren zijn nog niet boven water.’